Verslag
van
studiereis
Jos
Hulsker
aan
San
Diego
(dd.
2-9
oktober
2010)
Jos
Hulsker
Waar
gingen
we
heen?
Het
APS
(Algemeen
Pedagogisch
Studiecentrum)
heeft
een
studiereis
georganiseerd
naar
’public
schools’
(openbare
scholen)
in
Californië
in
de
omgeving
van
San
Diego.
APS
is
een
toonaangevend
onderwijsadviesbureau
dat
zich
bezighoudt
met
het
professioneel
begeleiden
en
adviseren
van
docenten
en
management
van
scholen
en
onderwijsinstellingen.
Onder
het
district
San
Diego
Unified
School
District
(USD)
vallen
in
de
omgeving
van
San
Diego
openbare
scholen
van
lagere
school
tot
en
met
High
schools).
De
APS-‐delegatie
bestond
uit
18
mensen,
collega’s
van
diverse
scholen
uit
Nederland.
Deze
groep
had
de
kans
om
enkele
scholen
van
USD
te
bezoeken
die
opvallen
vanwege
hun
innovatie.
Het
werd
een
inspirerende
ervaring.
Zo
viel
op
dat
een
scholengroep
is
ontstaan
door
defusering:
een
school
van
3.000
leerlingen
werd
opgesplitst
in
6
scholen
van
ongeveer
500
leerlingen.
Hierdoor
kan
een
beter
pedagogisch
klimaat
ontstaan.
Daarnaast
heeft
USD
een
school
in
het
leven
geroepen
die
zich
specialiseert
in
online-‐studeren.
De
delegatie
vond
het
interessant
om
met
deze
school
en
onderwijsconcept
nader
kennis
te
maken.
Online-‐learning
maakt
afstandsonderwijs
mogelijk
voor
onder
meer
leerlingen
met
behoeften
aan
speciale
leerarrangementen
(bijvoorbeeld
sporters,
musici),
maar
ook
voor
leerlingen
met
achterstanden
of
in
geval
van
ziekte.
Het
grootste
deel
van
de
studiereis
(vier
dagen
van
de
vijf)
bestond
uit
een
nadere
kennismaking
met
de
High
Tech
High
(HTH):
een
charterschool
die
als
‘public
school’
onafhankelijkheid
heeft
verworven
van
USD.
Een
ieder
kan
nader
kennisnemen
van
alle
lesmaterialen
en
achtergronden
van
HTH
via
www.hightechhigh.org.
Het
grootste
kenmerk
van
dit
type
school
is
juist
niet
de
high
tech
maar
het
projectonderwijs.
HTH
geniet
naast
nationale
ook
internationale
bekendheid
(zo
is
bijvoorbeeld
al
een
begin
gemaakt
met
uitwisseling
van
docenten;
een
Rotterdamse
tweetalige
school
zal
volgend
jaar
ook
aan
uitwisseling
gaan
meedoen).
Wat
Nederland
betreft:
in
Didactief,
een
Nederlands
tijdschrijft,
zijn
in
2010
drie
artikelen
verschenen
over
deze
scholengroep.
Daarnaast
verricht
een
medewerker
van
Fontys
Hogescholen
wetenschappelijk
onderzoek.
APS
is
van
meet
af
aan
betrokken
geweest
bij
de
wording
van
HTH.
Daardoor
zijn
er
ook
parallellen
te
vinden
met
De
Nieuwste
School,
ofschoon
deze
school
een
eigen
onderwijskundig
profiel
heeft.
De
groep
heeft
gesprekken
gehad
met
diverse
functionarissen
van
het
schooldistrict
USD,
schoolleiders
van
de
diverse
scholen,
docenten,
studenten
van
de
docentenopleiding
(die
HTH
zelf
vorm
geeft)
en
uiteraard
met
leerlingen:
in
en
buiten
de
klassen,
tijdens
presentaties
van
hun
onderwijsproducten
tijdens
vrije
studie-‐uren.
Daarnaast
konden
wij
spreken
met
docenten
van
diverse
andere
staten
van
de
VS
die
ook
een
studieprogramma
op
HTH
volgden.
Ons
bezoek
is
door
APS
op
video
vastgelegd.
Deze
zal
ter
beschikking
komen
van
Ons
Middelbaar
Onderwijs.
pag.
1
van
12
Vraagstelling
voor
dit
verslag
In
dit
verslag
heb
ik
de
drie
scholen
vooral
benaderd
vanuit
mijn
specifieke
vraagstelling:
op
welke
problemen
willen
de
scholen
een
antwoord
vinden
en
op
welke
wijze
doen
zij
dit?
HTH
heeft
mij
de
gelegenheid
geboden
om
mijn
analyse
en
aanbevelingen
in
de
vorm
van
een
korte
voordracht
en
een
nader
gesprek
toe
te
lichten.
Met
welke
vraagstukken
worden
scholen
geconfronteerd?
De
onderwijsbesturen
in
Californië,
maar
ook
breder
in
de
VS,
zien
zich
geconfronteerd
met
een
aantal
vraagstukken.
• Kunnen
de
VS
hun
leidende
positie
in
de
wereld
nog
wel
behouden?
Is
het
onderwijs
nog
wel
adequaat?
Men
voelt
de
concurrentieslag
met
andere
opkomende
economieën.
o Werk
van
accountants,
radiologen
enzovoorts.
zal
in
India
kunnen
gebeuren
bijvoorbeeld
door
de
mogelijkheden
van
internet.
o Er
is
behoefte
aan
nieuwe
creatieve
innovaties
in
het
bedrijfsleven.
o Verhogen
van
de
kwaliteit
van
het
onderwijs
is
noodzakelijk
om
een
hoog
opgeleide
bevolking
mogelijk
te
maken.
• Men
is
bezorgd
over
de
dalende
trend
van
het
onderwijsniveau.
De
VS
scoren
niet
hoog
in
internationale
vergelijkingen
vooral
op
het
gebied
van
mathematics
en
science.
• Er
zijn
te
veel
uitvallers:
No
Child
left
behind-‐Act
van
George
Bush
zoekt
oplossingen
via
standaarden
en
testen.
In
de
Barack
Obama-‐periode
is
het
idee:
The
educational
reform
movement
is
the
most
critical
movement
of
our
time.
• Er
is
een
sterk
vergrijzend
docentenkorps.
Docenten
werken
vaak
alleen
in
de
klas.
Onderwijs
wordt
in
ogen
van
veel
schoolleiders
nog
steeds
dominant
frontaal
klassikaal
gegeven.
Dit
brengt
met
zich
mee
dat
vakken
vaak
separaat
worden
aangeboden
en
dit
systeem
maakt
mogelijk
dat
docenten
te
vaak
alleen
en
zonder
samenwerking
opereren.
• Docenten
hebben
desondanks
te
weinig
zeggenschap,
keuze
en
eigenaarschap
over
het
onderwijs.
• Leerlingen
geven
aan
dat
het
geboden
onderwijs
geen
relevantie
en
betekenis
heeft
voor
hun
leven;
het
sluit
niet
aan
bij
hun
werkelijke
interesses.
• Scholen
zijn
te
groot,
wat
leidt
tot
onpersoonlijk
onderwijs.
Dit
geven
voornamelijk
de
leerlingen
zelf
aan:
“niemand
kent
mij”.
o De
Bill
Gates
foundation
die
investeert
in
scholen
in
Californië,
stelt
als
voorwaarde
dat
scholen
kleiner
moeten
worden.
We
zullen
zien
dat
deze
opvatting
veel
invloed
heeft.
• Leerlingen
krijgen
door
het
geboden
onderwijs
geen
uitdagingen,
misschien
bouwen
ze
te
weinig
trots
en
zelfvertrouwen
op
grond
op
basis
van
wat
zij
zelf
maken.
Ze
zijn
niet
geprikkeld
om
over
hun
perspectieven
na
te
denken.
Als
je
door
doen
en
reflectie
ontdekt
dat
je
wel
een
radio
kunt
bouwen,
ontwikkel
je
mogelijk
ook
ideeën
over
wat
je
later
kunt:
ontdekken
dat
je
ergens
goed
in
bent.
• Er
zijn
aanzienlijke
financiële
problemen
in
de
VS
en
vooral
in
Californië
die
effecten
sorteren
op
het
onderwijs.
Dus
moet
er
worden
nagedacht
over
de
functie
van
het
onderwijsproces
en
de
minimale
overhead.
Scholen
zijn
op
zoek
naar
antwoorden
Scholen
die
wij
hebben
bezocht
geven
ieder
een
eigen
antwoord
op
de
uitdagingen
die
de
bovengenoemde
kritiekpunten
met
zich
meebrengen.
pag.
2
van
12
High
Tech
High
(HTH)
Bestuurlijke
context
Public
schools
vallen
in
principe
onder
een
schooldistrict.
Die
districten
kunnen
qua
leerlingenaantallen
zeer
groot
zijn
of
klein
al
naar
gelang
de
bevolkingsdichtheid
van
een
staat.
Openbare
scholen
van
primair
en
voortgezet
onderwijs
in
en
rondom
San
Diego
vallen
onder
het
Unified
School
Disctrict
(USD)
met
175.000
leerlingen.
Er
is
een
aantal
scholen
dat
een
onafhankelijke
positie
heeft
verworven
(door
initiatieven
van
ouders,
docenten
of
anderen).
Deze
charterschools
kenmerken
zich
doordat
zij
een
verregaand
eigen
onderwijssysteem
vormgeven
vanuit
een
sterke
behoefte
aan
een
eigen
curriculum.
Hieronder
moeten
we
verstaan:
de
manier
waarop
wordt
opgeleid.
Deze
scholen
moeten
wel
voldoen
aan
de
eisen
die
de
overheid
van
Californië
stelt
aan
de
resultaten.
Bovendien
gelden
daarnaast
de
testen
die
de
federale
overheid
voorschrijft.
Het
bestuur
van
het
Unified
School
District
delegeert
in
een
dergelijk
geval
verantwoordelijkheden
aan
een
bestuur
van
de
zogenoemde
‘charterschool’.
High
Tech
High
is
een
voorbeeld
van
een
charterschool.
Een
charterschool:
• mag
een
eigen
onderwijssysteem
vormgeven;
• mag
een
eigen
personeelsbeleid
voeren
o bijvoorbeeld
alleen
jaarcontracten
aanbieden,
of
eisen
stellen
aan
periodieke
professionalisering;
o salarisverhogingen
doorvoeren
of
het
nalaten
hiervan
in
verband
met
de
crisis;
o kan
internationaal
uitwisselen
met
bijv.
Israel,
of
eventueel
Nederland
als
er
een
tweetalige
school
is
met
een
soortgelijk
vernieuwend
concept;
o kan
leidingeven
aan
de
school
regelen:
board;
schoolleiders;
terugbrengen
van
andere
soorten
van
leidinggevenden;
• kan
invloed
uitoefenen
op
de
besteding
van
middelen
o doordat
zij
minder
overhead
kunnen
nastreven
(22%
UFD
versus
6,5%
HTH)
o doordat
zij
extra
donaties
kunnen
verwerven,
o door
te
werken
met
stichtingen
waarin
zij
hun
onroerend
goed
onderbrengen;
• mag
vanwege
een
verworven
licentie
zelf
nieuwe
vestigingen
in
Californië
openen.
• heeft
een
licentie
verworven
om
zelf
docenten
op
te
leiden
en
kan
voorzien
in
professionalisering.
HTH
heeft
sinds
2006
een
actieve
opleidingspraktijk
gerealiseerd.
Charterschools
mogen
leerlingen
aannemen
uit
diverse
postcodegebieden,
terwijl
normale
public
schools
wijkgebonden
zijn.
Als
een
leerling
uit
een
wervingsgebied
komt
van
een
andere
school
gaat
het
belastinggeld
dat
bestemd
is
voor
onderwijs
met
de
leerling
mee.
In
zoverre
is
er
sprake
van
competitie.
Iedere
leerling
mag
zich
aan
melden.
De
toelating
geschiedt
door
loting.
HTH
is
een
charterschool
met
9
vestigingen.
De
vestigingen
zijn
conform
de
eis
van
Bill
Gates
Foundation
berekend
op
ongeveer
500
leerlingen.
HTH
bestaat
uit:
• 3
middle
schools
• 1
elementary
school
(deze
startte
niet
als
nieuw
maar
sloot
zich
aan),
• 5
highschools.
pag.
3
van
12
•
HTH
is
dus
een
scholengroep
die
vooral
vanuit
het
concept
van
projectonderwijs
werkt.
Dit
kent
een
samenhang
in
pedagogische,
didactische
en
onderwijskundige
principes
die
in
hoge
mate
onderscheidend
zijn
van
traditionele
highschools.
De
school
is
vergelijkbaar
met
De
Nieuwste
School
te
Tilburg.
Uitgangspunten:
Mensvisie
Alle
kinderen
zijn
getalenteerd
en
creatief.
Meisje
of
jongen,
afkomst,
of
individuele
verschillen
in
talenten
maken
niet
uit.
Ieder
kind
heeft
talenten
en
heeft
creatieve
vermogens.
• Docenten
zijn
net
zo
goed
getalenteerd
en
creatief.
Zij
moeten
voice,
choice
en
ownership
hebben
over
het
onderwijs
dat
zij
ontwerpen.
Toetsingseisen
• Leerlingen
moeten
voldoen
aan
de
officiële
testen
die
Californië
voorschrijft
en
die
de
federale
regering
los
daarvan
nog
voorschrijft.
Bovendien
hebben
colleges
nog
toelatingstesten.
Deze
samen
bepalen
de
resultaten
van
de
school.
Onderwijskundige
uitgangspunten
• Iedere
school
van
HTH
is
klein
(ongeveer
500
leerlingen)
in
verband
met
het
pedagogische
klimaat.
• Leerlingen
moeten
eigenaar
zijn
van
het
werk
dat
zij
maken.
Leren
moet
betekenis
krijgen
door
ontwerpen
en
moet
producten
opleveren
die
de
leerlingen
kunnen
laten
zien.
• Leren
door
doen
en
reflectie.
Ergens
goed
in
worden
door
te
ontdekken
wat
je
kunt.
• Kinderen
mogen
per
se
niet
gescheiden
worden
qua
leerwegen.
Alle
kinderen
van
een
bepaalde
jaarlaag
leren
en
werken
samen
in
projecten
ongeacht
hun
IQ
of
diversiteit
in
talenten.
o Het
systeem
van
de
high
school
maakt
mogelijk
dat
ook
kinderen
met
leerachterstanden
deelopdrachten
kunnen
maken.
Docenten
moeten
in
staat
zijn
om
dusdanige
leerinhouden
te
ontwerpen
dat
ieder
kind
tot
zijn
recht
kan
komen.
o Een
leerling
kan
binnen
een
project
keuzes
maken.
Docenten
blijven
werken
met
dezelfde
kinderen.
De
kinderen
blijven
als
groep
in
principe
bij
elkaar.
• Leerlingen
werken
samen,
docenten
werken
samen:
leren
in
dialoog
• De
cultuur
op
school
moet
gekenmerkt
zijn
door
samenwerken,
samen
ontwerpen,
creativiteit
en
respect
voor
elkaar.
• Integratie
van
het
curriculum.
Zowel:
technisch
als
algemeen
vormend
onderwijs
gaan
samen
in
projectonderwijs.
• Onderwijs
wordt
gemaakt.
Leerboeken
dienen
uitsluitend
als
referentie.
Een
project
wordt
ontworpen
door
een
product
in
gedachten
te
nemen.
Daarna
pas
worden
bij
de
gedifferentieerde
opdrachten
per
leerlingen
vakinhouden
betrokken.
Anders
kunnen
er
geen
levensechte,
betekenisvolle
projecten
worden
gemaakt.
Docenten
• De
docent
wordt
gezien
als
de
bepaalde
factor
voor
het
onderwijs,
de
spil
in
het
geheel.
pag.
4
van
12
•
•
• • • •
• •
Docenten
leggen
verantwoording
af.
Zij
beschikken
ook
over
gelden
om
materialen
aan
te
schaffen
naar
hun
eigen
behoefte.
Eigenaarschap
houdt
wel
het
volgende
in:
o Hun
lesopzet
of
projectontwerp
moet
aan
collega’s
worden
voorgelegd.
o Bij
die
besprekingen
zijn
ook
leerlingen
betrokken
evenals
studenten
van
hun
docentenopleiding.
o De
uitgangspunten
van
wat
HTH
als
goed
onderwijs
ziet,
moeten
altijd
herkenbaar
zijn.
o Er
zijn
doorlopend
gesprekken
met
de
leiding
over
hoe
het
loopt,
al
zijn
deze
gesprekken
niet
volgens
een
protocol
opgezet.
Er
zijn
soms
video-‐ opnamen
van
deze
gesprekken.
Ook
de
leidinggevende
kan
zo
leren
op
welke
punten
hij
zichzelf
kan
verbeteren.
o Hoe
de
organisatie
van
de
samenwerking
is,
wordt
door
de
vestigingen
zelf
bepaald.
HTH
maakt
een
verschil
in
opleiden
tussen
“leaders
of
teachers”
(managing
professionals)
en
“leaders
of
facilities”
(managing
facilities).
Er
worden
interne
opleidingen
voorbereid.
Leerlingen
hebben
een
stem
in
welke
docent
“ingehuurd”
kan
worden.
Docenten
vormen
studie-‐
en
reflectiegroepen;
iedere
ochtend
komen
de
docenten
bij
elkaar.
Na
een
uur
komen
de
leerlingen.
Voice,
Choice
en
Ownership
van
de
docent.
Docenten
geven
op
intercollegiale
basis
onderwijs.
Docenten
geven
meer
vakken
en
zo
kan
een
team
dat
een
kleine
groep
leerlingen
bedient,
bestaan
uit
slechts
2
docenten.
Docenten
leggen
ook
contacten
met
bedrijven
om
hen
te
interesseren
voor
projecten
of
nieuwe
mogelijkheden
te
onderzoeken.
Wat
docenten
ontwerpen,
komt
op
internet.
Er
is
grote
openheid.
Iedereen
kan
direct
toegang
krijgen
tot
de
projecten.
Leerlingen
• Medezeggenschap
over
aanname
en
waardering
van
docenten;
• Bij
de
lesopzet
en
evaluatie
van
projecten
zijn
zij
betrokken;
• Zij
werken
volgens
het
principe
van
ontdekkend
leren;
• De
leerlingen
moeten
via
de
projecten
een
relatie
met
de
werkelijkheid
kunnen
leggen;
• Leerlingen
verwerven
metacognitieve
vaardigheden;
• Zij
krijgen
persoonlijke
aandacht;
voor
persoonlijke
en
intellectuele
vorming;
• Zij
verwerven
onderzoeksvaardigheden;
• Oriëntatie
op
loopbaan
of
vervolgonderwijs
via
de
projecten
(ontdekken
waar
je
goed
in
bent);
• Eigenaarschap
van
het
lesmateriaal
ligt
bij
de
docent,
maar
ook
bij
de
leerling.
Wat
zij
maken
is
van
hen
en
moet
een
gevoel
van
eigenaarschap
oproepen.
• Het
presenteren
van
lesmateriaal
door
leerlingen
aan
elkaar
en
aan
hun
ouders
is
erg
belangrijk
in
het
concept.
• De
leerlingen
gaan
ook
op
stage.
Zij
gaan
in
ieder
geval
naar
bedrijven
(vanuit
hun
oriëntatie
van
de
projecten),
bezoeken
de
voortgezette
opleidingen,
gaan
eventueel
naar
het
buitenland
in
het
kader
van
hun
projecten.
Hiervoor
is
in
een
jaar
een
periode
van
3
weken
gereserveerd.
pag.
5
van
12
•
Het
onderwijs
is
dus
gebaseerd
op
projecten
maar
daarnaast
is
en
blijft
er
ruimte
voor
klassikaal
onderwijs,
maar
dan
geldt
wel
de
eis
dat
het
vanuit
een
vernieuwende,
interactieve
vorm
van
didactiek
gebeurt.
Prestaties:
HTH
claimt
dat
zij
een
goede
tot
hoge
ranking
hebben
in
vergelijking
met
de
traditionele
highschools:
van
7
tot
met
10
op
een
schaal
van
10.
Van
de
leerlingen
kiest
38%
voor
vervolgonderwijs
in
bètavakken
versus
17%
normaal.
Waarschijnlijk
komt
dit
omdat
de
leerlingen
via
projecten
vaak
ontwerpen
en
daadwerkelijk
apparaten
bouwen.
In
het
Nederlandse
tijdschrift
Didactief
wordt
het
succes
van
HTH
bevestigd.
Opvallend
is
dat
leerlingen
(zeer)
enthousiast
zijn.
Zij
voelen
zich
gewaardeerd
en
gaan
erg
graag
naar
school.
Merkwaardig
is
dat
HTH
niet
bijzonder
inzet
op
technologie.
De
naam
“High
Tech”
is
vooral
gekozen
vanuit
marketingperspectief.
Maar
het
onderwijsconcept
is
toch
niet
bijzonder
hightech,
terwijl
dat
wel
het
geval
is
bij
iHigh-‐school,
waar
veel
meer
met
technologie
gewerkt
wordt.
Vanwege
het
marketingsucces
blijft
HTH
zijn
naam
toch
gebruiken.
HTH
is
vooral
een
pleitbezorger
en
ontwikkelaar
van
projectonderwijs.
Lezing
dr.
Robert
Kuhl,
directeur
High
Tech
High,
wiskunde
Interpretatie
Jos
Hulsker
7-‐10-‐2010
High
Tech
High
• Waarom
zou
je
informatie
over
de
lesopbouw,
projectontwerpen
en
uitwerkingen
van
een
docent
of
een
team
van
docenten,
producten
van
leerlingen
niet
bereikbaar
maken
via
internet?
HTH
zet
alles
op
internet.
Als
iemand
een
projectopzet
wil
bekijken,
kan
dat
via
http://www.hightechhigh.org/.
• Online
is
prima,
maar
contact
met
elkaar
blijft
nodig.
Contact
betekent:
leerlingen
met
leerlingen,
leerlingen
met
docenten,
docenten
met
docenten,
docenten
met
leidinggevenden.
Leidinggevenden
met
leidinggevenden.
Op
school
heerst
een
cultuur
van
dialoog.
Online
producten
zien,
is
een
ondersteuning
voor
disseminatie
van
kennis,
helpt
bij
leren
van
iedereen
en
ondersteunt
de
cultuur
van
dialoog.
Maar
het
blijft
gaan
om
contact.
• De
docenten
zijn
(mede)verantwoordelijk,
maar
op
voorwaarde
dat
zij
open
zijn
over
hun
aanpak,
inzicht
verschaffen
in
hun
methodiek,
didactiek,
hun
resultaten
bereikbaar
maken,
in
kennisgroepen
deelnemen,
hun
aanpak
en
resultaten
verantwoorden,
niet
alleen
aan
de
leiding,
maar
ook
aan
hun
collega’s
en
vooral
dat
zij
lerend
willen
zijn.
• Geef
docenten
financiële
middelen
om
te
besteden.
Zij
hebben
de
vrijheid
om
bestemming
te
kiezen,
maar
zij
verantwoorden
zich
zoals
hierboven
staat.
• Vraag
je
af
of
schoolleiders
en
docenten
in
de
huidige
situatie
op
scholen
wel
echt
luisteren
naar
elkaar
en
of
collega’s
echt
met
elkaar
in
gesprek
zijn.
Waarom
streven
we
niet
naar
een
situatie
waarin
een
docent
uitwisselt
met
collega’s
van
andere
scholen.
Zoek
in
de
lessen
werkvormen
die
tot
samenwerking
leiden.
Als
docenten
frontaal
klassikaal
blijven
werken
en
hun
lessen
(bijvoorbeeld
via
internet)
niet
beschikbaar
stellen
(met
ander
woorden:
bevestigen
dat
zij
geïsoleerd
werken
met
afscherming
van
hun
aanpak),
dan
vragen
we
ons
af
of
zij
meewerken
aan
de
educatieve
oplossing
van
de
onderwijsproblemen
waarvoor
we
allen
staan.
• Leren
door
dingen
te
doen,
ontwerpen,
maken,
bouwen
is
voor
ieder
vak
of
combinatie
van
vakken
een
prima
manier
voor
leerlingen
en
docenten
om
te
leren,
een
manier
om
pag.
6
van
12
•
•
• •
•
•
•
•
•
leerlingen
onderling
en
docenten
van
verschillende
vakken
samen
te
laten
werken.
Daarvoor
is
projectonderwijs
prima.
Vraag
je
af
of
je
de
juiste
principes
hanteert
bij
het
leren
door
dingen
te
maken.
Wat
weten
we
al
over
goed
projectonderwijs
in
literatuur
en
hoe
het
gaat
op
andere
scholen?
o Bijvoorbeeld:
het
blijkt
dat
echt
goede
leerzame
projecten
beginnen
met
een
beeld
van
een
product
en
zelden
worden
projecten
goed
als
je
begint
met
vakinhouden.
Die
moeten
zeker
terug
komen,
maar
pas
de
volgorde
goed
toe.
Vraag
je
af,
wat
je
weet
van
didactiek
van
projecten,
wat
er
over
geschreven
is
en
hoe
je
bij
kunt
dragen
aan
verbeteringen.
o Het
blijkt
dat
leerlingen
een
boven
zichzelf
uitstijgen
(I
am
me,
I
have
an
impact),
wanneer
je
ze
laat
samenwerken
(we
are
we).
Werk
vanuit
onderwijskundige
kennis
om
dit
te
bereiken.
Wat
weet
je
nog
meer
over
de
aanpak?
Of
wat
zou
je
nog
meer
willen
weten?
Veel
docenten
volgen
onbewust
of
bewust
het
principe
dat
je
eerst
A
moet
kennen
dan
B.
Maar
dat
blijkt
in
werkelijkheid
niet
altijd
noodzakelijk
te
zijn.
Wel
heb
je
in
zo’n
systeem
professionele
docenten
nodig
die
steeds
leerprocessen
van
een
leerlingen
kunnen
monitoren.
Revolutionaire
stappen
voorwaarts
beginnen
in
de
klas
met
verrassende
voorbeelden
van
projecten.
Neem
collega’s
aan
die
problemen
willen
oplossen
en
die
niet
zelf
een
probleem
zijn
vanwege
geklaag,
nee-‐zeggerij,
geïsoleerd
optreden.
Geef
ze
een
kans
om
te
veranderen,
zo
niet:
biedt
ze
kansen
om
ergens
anders
te
werken
bijvoorbeeld
in
een
bedrijf.
Ga
hoe
dan
ook
niet
verder
met
hen.
Toon
in
je
houding
steeds
respect
naar
de
leerling
als
een
eigen
getalenteerde
persoon.
Als
je
in
de
regels
van
de
school
voortdurend
leest:
‘don’t
do
this,
don’t
do
that”
stel
je
dan
eens
de
vraag
of
dit
met
je
mensbeeld
te
maken
heeft
en
of
je
wel
aansprekend,
betekenisvol
onderwijs
geeft.
Stel
je
zelf
dan
eens
de
vraag
of
je
onderwijsopvattingen
ook
repressief
zijn.
Onderwijs
blijft
ondanks
de
toegankelijkheid
van
alle
onderwijsmiddelen
toch
lokaal
en
situationeel
bepaald.
Gebruik
daarom
de
principes
van
de
uitgewerkte
materialen
en
pas
die
toe
op
de
eigen
situatie.
Maak
liever
zelf
onderwijs
en
gebruik
de
ontwerpprincipes,
of
verbeter
de
ontwerpprincipes.
Laat
kinderen
onderwerpen
uitwerken
die
betekenis
hebben
voor
hen
en
voor
hun
ouders/familie
enzovoort.
De
cultuur
moet
op
vertrouwen
zijn
gebaseerd:
niet
alleen
de
docent
moet
vertrouwen
krijgen
van
de
leiding,
maar
docenten
moeten
ook
vertrouwen
aan
leerlingen
geven.
Dat
kan
en
dat
werkt.
Kinderen
moeten
hun
resultaten
steeds
laten
zien
van
alle
vakken.
Biedt
mogelijkheden
dat
zij
trots
kunnen
zijn.
Leer
ze
presenteren
op
basis
van
wat
zij
zelf
hebben
gemaakt.
Als
dat
niet
echt
kan
omdat
leerlingen
alleen
een
proefwerk
kunnen
laten
zien,
denk
dan
gezamenlijk
na
over
de
vraag
of
je
wel
het
goede
onderwijs
aanbiedt.
Er
is
high
tech
maar
er
is
ook
low
tech.
De
low
tech
is
overal
te
vinden
op
iedere
school.
Maar
waarom
gebruiken
mensen
zo
weinig
van
de
mogelijkheden
van
low
tech?
Opleiden
Gesprekken
met
Amy
Reising,
directeur
Teacher
Credentials
and
Induction
programs
7-‐10-‐2010
Interpretatie
Jos
Hulsker
pag.
7
van
12
Opleiden
in
de
school
onder
verantwoordelijkheid
van
High
Tech
High
Alle
materialen
die
voor
opleiden
in
de
school
worden
gebruikt
zijn
digitaal
beschikbaar
gesteld.
Er
is
mij
een
volledig
uitgewerkt
programma
voor
HTH-‐docenten
in
opleiding
ter
beschikking
gesteld.
Na
je
undergraduate
degree
(kandidaats)
in
een
vakgebied
kun
je
door
en
onder
verantwoordelijkheid
van
HTH
worden
opgeleid.
Je
wordt
dan
aangenomen
als
docent
en
tegelijk
opgeleid.
De
opleiding
duurt
2
jaar.
Je
behaalt
je
credentials
(bevoegdheid)
voor
het
docentschap
in
één
vak.
Vervolgens
studeer
je
weer
2
jaar
om
je
professionaliteit
verder
te
ontwikkelen:
docent
als
ontwerper
(a),
mentor
(b),
of
je
specialiseert
je
in
leiderschap
van
docenten
of
leiderschap
inzake
van
faciliteiten
(c).
Je
behaalt
dan
een
master
in
teaching
in
samenwerking
met
de
universiteit
van
Californië.
Wil
je
in
het
vak
zelf
een
master
halen,
dan
moet
je
terug
naar
de
universiteit.
Na
5
jaar
moet
iedere
docent
van
HTH
weer
opnieuw
worden
bijgeschoold
door
HTH
zelf
in
samenwerking
met
de
universiteit
van
Californië.
Enkele
punten
uit
mijn
gesprekken:
• Docenten
in
opleiding
leren
door
zelf
projecten
uit
te
werken.
• Er
is
voorzien
in
intercollegiaal
leren
en
‘project
tuning’.
• Drie
of
vier
keer
is
er
contact
met
andere
docenten
voor
systematische
uitwisseling.
• Het
programma
gaat
ook
uit
van
modules
over
onderwijskunde,
didactiek.
• Zij
leren
ook
doordat
zij
zelf
lesgeven.
• Er
zijn
diverse
ondersteuningsmomenten:
het
gaat
om
dialoog
vorming
en
het
vormen
van
professionals
met
samenwerken
als
basishouding.
• Voorbij
je
vak
kijken:
wiskundedidactiek
is
noodzakelijk,
maar
besteedt
ook
aandacht
aan
hoe
wiskunde
ingebed
is
in
het
schoolcurriculum.
Er
is
daarom
aandacht
voor
vakoverstijgende
kwesties,
ook
de
docent
wiskunde
moet
goed
op
de
hoogte
zijn
van
‘reading’
en
‘writing’.
• Waar
wij
in
Nederland
in
lerarenopleidingen
relatief
veel
aandacht
aan
schenken
is
aan
omgaan
met
lastig
gedrag.
Met
name
bij
HTH
zijn
er
minder
problemen
met
lastig
gedrag.
Dat
komt
doordat
school
relatief
klein
is.
Belangrijk
uitgangspunt
is
respect
voor
het
kind.
Dat
leidt
tot
een
beter
gedrag.
Bij
traditionele
highschools
speelt
het
gedrag
van
leerlingen
juist
wel.
Wel
zijn
hier
op
HTH
kinderen
met
leerachterstanden
of
met
emotionele
problemen,
maar
dat
is
iets
anders
als
lastig
gedrag.
• Docenten
worden
hier
hoog
gewaardeerd
en
krijgen
veel
ondersteuning.
Ze
kunnen
terecht
met
vragen.
Dat
vertaalt
zich
door
naar
de
manier
waarop
leerlingen
worden
benaderd.
• School
based
action
research
is
sinds
dit
jaar
aangepakt.
Projectvoorbeelden
De
website
van
HTH
bevat
allerlei
voorbeelden
van
projecten:
www.hightechhigh.org.
Met
mij
hebben
studenten
twee
projecten
geanalyseerd.
Bij
vragen
hierover:
[email protected].
Vraagstukken
die
HTH
zelf
signaleert
Het
is
een
probleem
dat
de
voorgeschreven
testen
niet
meten
wat
een
leerling
heeft
geleerd
via
projectonderwijs.
Door
projectonderwijs
kan
niet
altijd
worden
bepaald
wat
de
leerling
echt
geleerd
heeft
per
vakonderdeel.
De
huidige
standaarden
wijzen
per
vak
uit
hoe
de
vorderingen
zijn
en
dat
kan
leiden
tot
slechte
testresultaten.
Dat
motiveert
veel
scholen
om
de
traditionele
wijze
van
leren
te
handhaven.
De
claim
van
HTH
is
echter
dat
juist
door
pag.
8
van
12
projectonderwijs
de
standaarden
wel
kunnen
worden
gehaald.
“The
best
way
to
show
evidence
of
being
able
to
use
mathematics
is
to
use
mathematics”.
Bovendien
zullen
de
nieuwe
standaarden
voor
het
meten
van
onderwijsresultaten
die
de
overheid
gaat
gebruiken,
beter
passen
bij
het
projectonderwijs:
1. Making
sense
of
problems
and
persevere
in
solving
them.
2. Reason
abstractly
and
quantitatively
3. Construct
viable
arguments
and
critique
the
reasoning
of
others.
4. Model
with
the
mathematics.
5. Use
appropriate
tools
strategically.
6. Attend
to
precision.
7. Look
for
and
make
use
of
structure.
8. Look
for
and
express
regularity
in
repeated
reasoning.
Projectonderwijs
voorziet
volgens
HTH
dus
wel
in
een
goede
voorbereiding
voor
het
bereiken
van
deze
–
nog
niet
officiële
-‐
standaarden.
Projectonderwijs
moet
voldoen
aan
criteria,
zoals:
• Academic
rigor
• Authenticy
• Applied
learning
• Active
exploration
• Connect
students
with
adult
mentors
• Provide
milestones/checkpoints
• Involve
lots
of
reflection
and
performances
• Assessment
praticis.
Projectonderwijs
mag
niet
in
de
fout
vervallen
om:
• Alleen
een
appel
te
doen
op
‘hands
on’
en
niet
op
‘minds
on’;
• Te
weinig
tijd
te
geven;
• Te
weinig
eisen
te
stellen
aan
inhoud;
• Onvoldoende
variëteit
aan
te
bieden
in
het
project.
Kansen
en
vraagstukken:
reflectie
Opinie
van
Jos
Hulsker,
deels
weergegeven
in
een
voordracht
op
HTH
en
verder
besproken
met
de
opleiders
van
HTH:
• Interessante
visie
en
op
veel
punten
blijkt
uit
de
projecten
dat
er
inderdaad
prachtige
producten
worden
gemaakt
en
resultaten
worden
geboekt.
• Inspirerend
is
de
opzet
van
samenwerken,
samen
reflecteren
juist
met
inschakeling
van
leerlingen
en
studenten.
De
kwaliteit
is
hoog.
• De
indruk
bestaat
dat
HTH
te
veel
op
één
type
docent
mikt.
Wie
niet
in
het
format
past,
wordt
ontslagen.
Mijn
advies
is
om
juist
verschillen
in
talenten
te
koesteren
en
diversiteit
van
professionele
ontwikkeling
juist
te
gebruiken
als
versterking
voor
het
projectonderwijs.
‘Celebrate
differences’.
• De
scholengroep
heeft
ondanks
zijn
preoccupatie
met
openheid
geen
contacten
met
specifieke
high
tech-‐experimenten
zoals
die
plaatsvinden
bij
i-‐High.
Deze
school
is
expert
op
online
learning.
• HTH
is
eigenlijk
low
tech;
er
zijn
geen
verbindingen
met
virtueel
leren,
of
virtueel
ontwerpen.
Wat
wel
aan
de
orde
is
bij
HTH
is
een
optimaal
gebruik
van
de
bestaande
software.
• De
wijze
van
beoordelen
is
nog
te
arbitrair
en
er
zou
gedacht
kunnen
worden
aan
een
combinatie
van
jurybeoordeling
van
werkstukken,
beoordeling
van
gevolgde
procedures
en
beoordeling
van
onderdelen
op
basis
van
voorafgegeven
criteria.
pag.
9
van
12
•
•
•
• •
Kunnen
docenten
professioneel
omgaan
met
het
verschil
in
talenten
van
kinderen?
o Het
blijkt
dat
het
omgaan
met
verschillen
lastig
is,
maar
het
wordt
niettemin
aangepakt.
Er
zijn
bijspijkerprogramma’s
in
summer
schools.
Kinderen
krijgen
de
kans
om
te
herhalen.
Ieder
kind
kan
vordering
maken.
Ook
zij
moeten
immers
de
standaards
halen.
Er
worden
eventueel
speciale
programma’s
afgesproken,
waardoor
het
kind
wel
vorderingen
kan
maken.
Dat
houdt
in
dat
de
leerling
kan
deelnemen
aan
projecten
op
een
aangepast
niveau.
Een
leerling
met
leermoeilijkheden
kan
blijven
tot
22
jaar.
Een
alternatieve
test
vanuit
de
federale
overheid
geeft
hem
of
haar
toch
een
exit
program.
Dat
verklaart
dat
99%
van
de
kinderen
de
school
goed
afmaken.
Ook
kan
zij
of
hij
naar
college.
Dan
is
daar
ook
een
speciaal
programma.
Dus
dat
kan
een
vertekend
beeld
geven
van
de
successen;
het
systeem
gaat
uitvallers
tegen.
Voor
docenten
betekent
dit
dat
hun
begeleiding
in
dat
geval
anders
wordt.
Voor
die
leerlingen
zijn
aparte
protocollen
waarin
onder
meer
extra
tijd
wordt
bepaald.
De
docenten
leren
in
het
interne
programma
van
opleiden
door
HTH
omgaan
met
verschillen
in
het
opleidingsprogramma:
regelgeving,
achtergronden
van
dyslectie,
rekenproblemen
enzovoort.
De
vraag
blijft:
hoe
we
greep
krijgen
op
de
kwaliteit
van
de
prestaties
van
leerlingen.
o Dat
ligt
mijns
inziens
sterk
aan
de
kwaliteit
van
de
projectopdrachten.
o Dat
ligt
ook
aan
de
kwaliteit
van
de
docenten.
Doordat
docenten
meer
vakgebieden
bestrijken
bestaat
het
gevaar
dat
er
onvoldoende
scherp
naar
de
disciplines
wordt
gekeken
die
binnen
een
project
geïntegreerd
zijn.
Ik
heb
toch
te
vaak
gehoord
dat
een
docent
”er
een
vak
bij
deed”.
Verhef
projectonderwijs
niet
tot
een
dogma.
Gebruik
het
als
waardevolle
werkvorm,
maar
pas
andere
werkvormen
toe
indien
deze
beter
geschikt
zijn
voor
het
onderwerp.
Maak
meer
gebruik
van
high
tech:
learning
by
gaming,
second
life
en
virtueel
ontwerpen.
Verder
is
het
een
buitengewoon
leerzame
en
inspirerende
en
zeer
te
respecteren
zoektocht
naar
nog
beter
onderwijs.
Unified
District
(halve
dag)
Het
Unified
School
District
telt
ruim
175.000
leerlingen.
De
scholen
worden
aangestuurd
door
een
bestuur.
Er
zijn
diverse
gemeenschappelijke
voorzieningen,
bijvoorbeeld
schoolpolitie
en
een
medische
staf.
De
bovenschoolse
organisatie
is
verdeeld
in
7
sectoren/afdelingen
die
samen
het
centrale
apparaat
vormen.
Ieder
afdeling
is
weer
onderverdeeld
in
aparte
onderdelen.
Voorbeeld:
de
sector
Business
omvat
facilities,
human
resources,
strategic
sources
en
instructural
facilities.
Al
met
al
gaat
het
om
een
complexe
organisatie
met
een
relatief
grote
overhead:
22%
van
de
omzet,
los
van
de
overhead
van
de
scholen
zelf.
Zie
voor
uitgebreide
informatie
over
USD:
www.sandi.net
De
scholen
van
USD
hebben
een
voorgeschreven
curriculum,
maar
hebben
niettemin
een
eigen
identiteit
en
zijn
sterk
wijkgebonden.
De
financiering
van
de
scholen
is
in
beginsel
gebaseerd
op
de
onroerendgoedbelasting
van
de
wijk
waarin
de
school
staat.
De
financiële
positie
van
iedere
school
kan
daardoor
verschillen
al
naar
gelang
de
welstand
van
de
wijk.
Daarnaast
zijn
er
gelden
van
de
federale
overheid.
Daarnaast
zijn
er
particuliere
initiatieven
pag.
10
van
12
om
gelden
te
doneren
aan
de
scholen.
Bill
Gates
Foundation
investeert
in
ieder
geval
in
scholen.
Er
zijn
vanwege
de
ernstige
financiële
situatie
in
de
staat
Californië
al
bezuinigingen
gerealiseerd.
Bezuinigingen
moeten
verder
doorgevoerd
worden;
op
7
oktober
werd
namelijk
bekend
dat
het
USD
20%
moet
bezuinigen.
Het
bestuur
van
USD
is
van
het
herpositioneren
van
de
docent
overtuigd.
USD
formuleert
zijn
ambities
op
dit
vlak
als
volgt:
Teachers:
• • • • • • •
Will
have
freedom
to
use
creativity
in
their
classrooms.
Will
participate
in
school
based
learning
communities.
Will
be
provided
with
useful
data
systems
that
allow
them
to
improve
the
learning
of
each
student.
Low
student-‐teacher
ratios
will
be
a
priority.
All
staff
wil
have
access
to
professional
development.
District
staff
will
parallel
the
demographic
mix
(for
intercultural
interaction).
Salaries
and
benefits
wille
rank
among
the
op
in
the
state
and
career
advancement.
Oppertunities
will
be
available
to
provide
professional
growth.
Het
valt
op
dat
de
sturing
in
het
kader
van
de
opwaardering
van
het
onderwijs
en
de
positie
van
de
docent
toch
sterk
gericht
is
op
het
kleiner
maken
van
scholen
en
minder
op
kwaliteitsverhoging
van
de
professionals
en
hun
regelmogelijkheden.
Wel
zet
USD
in
op
meer
ICT-‐gebruik
in
de
klas
met
name
door
middel
van
smartboards.
Professionalisering
is
daarop
gericht.
Aanpak
vernieuwingen
Binnen
deze
scholenorganisatie
is
een
public
school
van
3000
leerlingen
die
opgesplitst
is
in
6
kleinere
scholen
van
500
leerlingen
(small
schools).
Dit
gebeurt
door
sterke
sturing
van
de
Gates
Foundation.
Deze
6
nieuwe
scholen
hebben
hun
oorspronkelijke
gezamenlijke
voorzieningen
zoals
sport
behouden
en
zijn
gebouwd
rond
een
campus.
De
scholen
hebben
ieder
hun
specialisatie,
bijvoorbeeld:
• • •
San
Diego
High
–
Business;
San
Diego
High
–
CIMA
voor
communication
Investigations
in
a
Multicultural
Atmospere;
San
Diego
High
–
MVP
Arts
wat
staat
voor
Media,
Visual
and
Performing
Arts.
Feitelijk
voorzien
de
scholen
in
onderwijs
in
sectoren,
met
een
eigen
opleidingsprofiel.
Er
is
een
sfeerverandering
op
school
tot
stand
gekomen
die
gunstig
is.
Dit
is
een
niet
te
onderschatten
gunstige
ontwikkeling,
maar
er
verandert
in
mijn
ogen
eigenlijk
niet
veel
aan
de
wijze
van
lesgeven.
De
oplossingsrichting
(scheiding
van
leerlingen)
staat
opvallend
genoeg
haaks
op
die
van
HTH,
omdat
daar
geïntegreerd
wordt.
Hier
is
sprake
van
‘tracking’,
verschillende
leerwegen.
Er
wordt
gestreefd
naar
meer
ICT-‐mogelijkheden:
het
interactief
gebruik
van
smartboards
met
speciale
software
voor
de
leerlingen
en
de
docenten.
Hier
ondersteunt
iHigh
dat
onder
het
zelfde
bestuur
valt.
Ter
vergelijking:
op
HTH
zijn
voor
zover
ik
heb
geobserveerd
minder
zichtbare
ontwikkelingen
op
het
gebruik
van
high
tech.
Eerder
is
daar
sprake
van
pag.
11
van
12
intensivering
van
de
huidige
low
tech-‐mogelijkheden.
Aan
de
andere
kant:
de
ict-‐ vernieuwing
binnen
USD
beperkt
zich
tot
smartboard-‐gebruik.
i
Highschool:
Deze
school
telt
ongeveer
50
leerlingen
die
volledig
op
basis
van
online
learning
leren.
Het
curriculum
is
nog
niet
klaar.
Helaas
waren
er
geen
voorbeelden
van
lesprogramma’s
tijdens
de
relatief
korte
instructie.
Het
ging
maar
om
een
halve
dag.
Ik
heb
nog
een
verzoek
ingediend
om
als
nog
met
docenten
te
spreken,
maar
de
organisatie
van
de
studiereis
slaagde
er
niet
in
nog
aanvullende
afspraken
met
iHigh
te
maken.
Het
bestuur
van
USD
hoopt
dat
iHigh
online
learning
bereikbaar
maakt
voor
leerlingen
van
andere
scholen
die
achterstanden
hebben
op
een
of
twee
vakken.
Bovendien
zou
iHigh
het
ontwikkelcentrum
voor
technologische
vernieuwing
moeten
worden
voor
de
traditionele
high
schools
vooral
ten
aanzien
van
het
interactieve
gebruik
van
smartboards.
Zie
voor
uitgebreide
informatie:
http://www.sandi.net/ihigh.
Dankwoord
Met
bijzondere
dank
aan
iedereen
die
deze
reis
mogelijk
gemaakt
heeft.
Graag
speciale
dank
voor
Eugène
Bernard,
Pieter
Hendrikse
en
Hans
van
Dijk.
pag.
12
van
12